FESTIVAL INFO

(GE)VARENWINKEL 2009
website

AUGUST 28/29 - VARENWINKEL - HERSELT

reporter: witteMVS
photo: Freddie

comments: mail


FESTIVAL REVIEW

Achttien uur op een vrijdag is wel ontieglijk vroeg als je ook nog een ‘dayjob’ dient te cultiveren om brood en toebehoren op de plank te brengen. Dus heb ik mijne patron gezegd dat ik er vandoor zou gaan om vier uur ’s achternoens, omwille van het feit van geen lijken uit de kast te moeten halen. Hij begreep er geen snars van, en van mijn kant ondernam ik geen enkele poging om hem een klaardere kijk op de zaak te geven. Een beetje geheimzinnigheid kan geen kwaad. En daarbij, hoe minder bazen vermoeden dat je nog bezigheden hebt die je nauwer aan het hart liggen dan hun dagelijkse besognes, hoe beter dat is voor de algemene tevredenheidsfactor. En dankzij dat vervroegde vertrek was ik nog net op tijd.
FRIDAY AUGUST 28

VOODOO BOOGIE (B)
website
CD review

video

 

 

 

Algemeen beschouwd als ondankbare taak, heeft het openen van een festival toch iets ceremoniëels, zelfs iets celebraals. Het is dus echt niet weggelegd voor beginnelingen of “mindere” bands, want een verkeerde aftrap kan desastreuze gevolgen hebben en een publiek op zijn verkeerde been zetten.

Dat is waarom, naar mijn bescheiden mening, een organisator  heel omzichtig moet te werk gaan bij het kiezen van zijn openingsact (cfr. lijstduwer), minstens zo zorgvuldig als bij het kiezen van zijn affichetop (cfr. lijsttrekker). Immers, de eerste band heeft de aartsmoeilijke taak het publiek aan te trekken, te verwelkomen, aan de bandstand te kluisteren en een indruk te geven van wat er nog allemaal staat te gebeuren. En dat is echt geen makkie, maar een kluifje naar de hand van Voodoo Boogie. Of ze nu openen of ‘top of the bill’ zijn, altijd lijken ze vanuit ‘pole position’ te vertrekken en binnen de kortste keren hebben ze het publiek voor zich. Bovendien is hun repertorium, van eigen nummers, voorzien van de nodige ballen en variatie. Nochtans is het nagenoeg enkel ‘keep no prisoners’ -boogie en seminal hills trance blues waaronder ze ons bedelven. Zonder te blikken of te blozen. Nu eens uit de bodem van het deltarootsvat getapt, dan weer van het post-war Chicago West Side tot ons gebracht en zoals steeds gegarneerd met een stevige LSD-drenched sausje ‘psychedelic sixties’. Op een dergelijk menu spelen Ray Manzarek en John Lee Hooker samen alsof het nooit anders is geweest. Ballen all together. Voodoo in the air. Zoals de walvis J.B. Lenoir opslokte, luister maar eens naar hun turbo-gedreven uitvoering van dit nummer, hebben Jan, Rob, Wouter en Gert de boogie ingeslikt en ze crashen hem weer uit met veel geweld en toverij. Ze hebben hun naam niet verniet gekregen. Bij elke gig zindert de lucht van Voodoo Boogie. Ze beginnen voor een lege tent te spelen maar in geen tijd heeft de reeds aanwezige blues head scene zich verzameld onder de acht-tepelige canvasdome. Bravo voor de mannen. De eerste voltreffer is binnen.

Een goed waarnemer zal gemerkt hebben, dat Jan op een Guttlin, herkenbaar aan  de typische amoebische vorm, speelt. Deze gitaar is dus voor de eerste keer op (Ge)Varenwinkel te zien vandaag, in iemand anders’ handen dan deze van Karel Phlix bedoel ik dan. Karel (van Blues Lee) is de bouwer van deze gitaren, dit is Belgisch dus, en oerdegelijk dientengevolge. En ze klinkt zoals het Jan zint. Lekker scheurend langsheen highway 51.

O ja, nog iets. Wie ondertussen de CD van Voodoo Boogie nog niet heeft gekocht, gekregen, geleend, gepikt of (il)legaal gecopiëerd is een redelijke oen. Wat ik je zeg. Wie hem wel heeft, draaie hem op zijn PC of Mac. Schakel de rustpauzes tussen de nummers uit en zet de versterker op 10. Je weet niet wat je hoort. Een sigaretje mag, maar is niet noodzakelijk.

THE WIENERS (NL)
website
my space

CD review

 

 

In de kleinere Rootstown tent is het daarna de taak van The Wieners om de reeds talrijke menigte te vermaken tijdens de sound en andere checks in de grote 8dome. Velen zijn verbaasd hier een onvervalste teenie-bopper band op de bandstand te zien, compleet in showcostuum en met dezelfde onbevangenheid als de bands van toen. Ze zijn een bodemloos vat, vol songs van de late fifties, early sixties. Het ganse pantheon, inmiddels bijna helemaal uitgestorven,van de rockgoden komt aan bod. Met een uitgesproken klemtoon op het werk van meester bopper Buddy Holly.

“Oh boy ! That’ ll be the day, when the brown eyed handsome man and Peggy Sue got married”. Hoewel ze nog niet eens waren geboren toen de laatste god er zijn loodje bij legde, vertolken ze deze songs met zoveel bravoure, alsof ze er zelf bij waren geweest. “Get Rhythm, Mystery Train, Rock and Rhythm and Blues, Rosalee (van Burnette), Too Tired to Rock, Don’t Be Cruel, Cryin’ Waitin’ Hopin’, Romona, Christine, Brown Eyed Handsome Man, Bird Dog, Heartbeat, Summertime Blues, All Shook Up, Rave On, Boppin’ the Blues, Ring of Fire, Rock-a-Billy Boogie,High Heel Sneakers, All My Love, Runaway Boys, Love Hurts….”. Straks komen The Wieners terug !!!!!   

MAC ARNOLD & THE PLATE FULL 'O BLUES (US)
website
video

 

 

 

Nu zowat acht jaar geleden, heeft één of andere bluesafficionado deze Mac Arnold uit zijn groententuin gehaald, en terug op een podium geplant. Tientallen jaren voordien was hij al een hele heer geweest in bluesville en speelde met de grootsten, of de grootsten met hem, ’t is maar hoe je het bekijkt.

Helemaal uit South Carolina, Mac Arnold and The Plate Full o’ Blues, op één na, de drummer die uit North Carolina komt. Hoe bestaat het. Hij heeft zevenenzestig jaren achter de rug, maar blijft nog steeds even vitaal performen. Plate Full klinkt hecht en echt zoals de Muddy Waters Band destijds en waarin Mac ook ettelijke jaren speelde. Hij weet dus hoe het moet. De meeste songs die ze spelen zijn eigen werk, compositorisch sterk en ze zijn inhoudelijk nog geëngageerd ook, Mac en zijn kornuiten doen blijkbaar méér in het leven dan ’s morgens opstaan om te constateren dat hun nymfomane wijf weg is met een andere.

Als Mac zijn gas-can guitars boven haalt, is het slidewerk geblazen, dan moet lead-gitarist Austin Brashier een stapje achteruit zetten. De man heeft daar geen enkel probleem mee. Hoewel The Plate stuk voor stuk excellente muzikanten zijn, zijn ze geen egotrippers, maar een band. Nummers als “Backbone and Gristle”, “Things I Don’t Need”, “U Dawg Gone Right” en “Love and Relations” zijn regelrechte pareltjes. Mac Arnold heeft zichzelf terug uitgevonden en aangepast aan het nu. “Superstitious” krijgt een heel eigen bewerking en “I Got My Mojo Working” ook. Daarmee hebben we de twee covers gehad, al de rest is origineel werk.

Een zeer sterke set van deze sympathieke bluesman. Het publiek hing aan zijn lippen. Real blues is never away. Een stevig applaus valt hem te beurt.

STACIE COLLINS BAND (US)
website
my space
CD review
video

 

 

Iemand vraagt mij waar hij de muziek van Stacie moet onderbrengen. Ik zeg hem dat hij ze niet moet catalogiseren als hij daar een probleem mee heeft. Muziek hoeft niet per sé in vakjes. Hij bekijkt me zoals men iemand bekijkt die geen medewerking wil verlenen. Als het dan toch moet, Stacie Collins brengt een amalgaam van country, blues, rock en party crashers fun. Je kan het nog het meest vergelijken met het soort rock dat bands als The Yahyoos voortbrengen. Roadhouse Music. Voilà, je hebt je vakje.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stacie Collins moet het vooral hebben van haar podiumprésence en haar showbeestje allures. Haar stem is bijwijlen misschien net ietsje te zwak, en als ze geweld doet om volume te behouden is het moeilijk om in toon te blijven. Maar je moet wel op de loer liggen om het te horen, laat staan er last van te hebben.

Zoals Stacie over het podium beweegt is er al niet veel verbeelding meer nodig om wilde ‘adult’ taferelen in de barn op het canvas te projecteren. “…Gonna show you how to walk that dog”, vanuit mijn ooghoeken zie ik dat zowat negenennegentig percent van de mannelijke tentbevolking die dat hondje aan de leiband zou willen zijn. Mezelf meegerekend. En wie zegt dat hij daar niet bij hoort is een ..”You’re a Liar” zingt Collins, en dan bedoelt ze jou daar.

En als ze zingt, naar de vrouwen toe, ditmaal, van “You Ain’t Woman Enough to Take My Men” denk ik wel dat ze het vanuit de grond van haar hart meent. Ze pleegt ook enkele mooie ballads zoals “Sweet Dream” dat ze een mondharmonica intro geeft à la Morricone. “Baby Sister” is op Fabulous Thunderbirds leest gemodelleerd, net als “It Ain’t Love”.

Haar smoelschuifwerk is niet onverdienstelijk, en haar hoed ziet alle hoeken van het podium. Ze is nog een tijdje opgetrokken met gitarist Dan Baird van The Georgia Satelites en daar blijven nog enkele songs van over en haar laatste CD “The Lucky Spot”. Stevige show van deze bijna karikaturale femme fatale voor cowboys en outlaws. En ze was nooit eerder in België vertrouwde ze ons toe, maar ze wil hier elk jaar uitgebreid terugkomen. Een primeur voor (ge)Varenwinkel !!

En daarmee is de vrijdag ongemerkt voorbij gegleden. De kop is eraf, en wat voor een kop. CU tomorrow guys and dolls.

OOK OP DAG 1

Stacie is drinkin' Stella...

Limburgers are drinkin' Stella...

Everybody is ...

and...Guttlin guitars are moving up

but also recession guitars...

SATURDAY AUGUST 29

's morgens word ik wakker met een houten kop...

5'o CLOCK SHADOW BLUESBAND (B)
website
VIBE4LIZZ (B)
my space

Varenwinkel zijn afsluiter van de eerste avond werd nog tot in de vroege uurtjes gevierd in de aan dit festival verbonden café 'De Krol' en werd aldaar opgeluisterd door 'Vibe4Lizz'. Deze band heeft de taak op zich genomen om in ons landje door het leven te gaan als de coverband van de Ierse rockformatie Thin Lizzy en hebben onder deze hoedanigheid er al wel enkele concerten opzitten en daardoor kan Phil Lynott 'daarboven' rustig meerocken en tevreden zijn dat zijn levenswerk blijft bestaan.

Nog relatief vroeg na de openingsdag van (Ge)Varenwinkel trok ik op zaterdagmorgen richting camping om aldaar de Kris ‘Kirri’ Valvekens te kunnen aanhoren want ook al was hij de avond ervoor serieus in ‘de pinten’ geslagen toch zou hij zijn taak niet verzaken en was hij stipt op post om de talrijke ‘residentiëlen’ met een portie akoestische blues terug naar de realiteit te brengen.

Ik was nog getuige van één van de eerste akoestische optredens van de Kirri  in ‘Den Hemel’ te Zichem en je ziet en hoort dat hij er zich serieus  op aan het toeleggen is want de progressie is merkelijk hoorbaar en hij bracht het toch al tot voorprogramma van Chip Taylor. Was het voor een ‘social talk’ of voor de Kirri? Feit is dat de opkomst beter was dan in menige juke joint en daarmee voelde ook hij zich in zijn sas en bracht een setje dat meteen als startschot van de 2de dag (Ge)Varenwinkel mocht worden aanzien.

Zoals met de 5'o Clock Shadow Bluesband brengt Kirri ook akoestisch hoofdzakelijk eigen werk met teksten die hij zo uit het harde leven neerpent en daarmee als een 'real bluesman' mag worden bestempeld...Ain't life a bitch.(Freddie)

TIM LOTHAR PETERSEN (Den)
website
my space

CD review

video

 

 

Heb ik al iets over de aankondigers annex opwarmers verteld ? In de Rootstown tent is dat den Huybbe, die vanuit zijn ervaring als zanger-entertainer tegelijk het publiek en de band in acht neemt. En dat werpt zo zijn vruchten af. In geen omzien staat het volk in de tent.

Vandaag mag de onvolprezen Tim Lothar Petersen de prille loef afsteken met zijn akoestische set. Dat hij zonder probleem een publiek blijvend kan boeien met een ‘droge’ gitaar heeft alles te maken met zijn vaardigheid op dat instrument. Zijn gevoel voor ritme en kadans wordt door geen metronoom verbeterd. Dat houdt hij over van zijn verleden als drummer bij de Deense bluesband Lightnin’ Moe. Tim is een echte hobo-bluesman geworden, net zoals zijn illustere voorbeelden die destijds in het D-vormige gebied tussen Mississippi en Yazoo rondzwierven. Hij haalt zijn inspiratie bij Charley Patton, Bukka White, John Estes en Robert Johnson en heeft zelf al een hele resem songs geschreven met dezelfde ‘feel’. En ook hedendaagse artiesten zullen wel een indruk hebben gelaten op Lothar.

Zoals hij zijn eigen song “Bad Luck” brengt, hoor ik het ook door Doug MacLeod gedaan worden, maar daar is nu eens absoluut niets mis mee. Iedereen in de tent stampt of knikt onweerstaanbaar de maat mee en bij “I’ll Be Home Again” krijgt iedereen die luistert kiebebisch over z’n vel. That’s what it is all about !

COUNTRY FEEDBACK CLUB (B)
my space
CD review

 

 

Pure Americana, maar dan van onze eigenste Kempische bodem. De Romeinen hadden het tweeduizend jaar geleden al in de gaten. Daarom noemden ze het land boven de toen nog onbestaande demarkatielijn die het Albertkanaal is, Campina, Kempen dus in ’t Vloms, la Campagne in ’t Frans. Country in ’t Engels.

Geen wonder dus dat hier country muziek bedreven wordt. ‘t Is inherent aan het landschap. ’t Komt uit de bodem. ’t Groeit aan de bomen. Hun eerste en voorlopig enige CD dateert van begin 2008 en is onderhand al bijna twee jaar oud. Dat laat zich horen. Het album is zeer lichtvoetig, engelachtig mooi, aangenaam om luisteren en zo goed als foutloos opgenomen, maar daardoor ook ietwat steriel aandoend.

Live komen Guy Kennis en zijn kornuiten echter uit hun kot en blazen de boel plat. Verwijzingen naar REM zijn er niet enkel in de vorm van hun groepsnaam, Country Feedback is een song van het album “Out of Time”, ook muzikaal zitten er elementen verwerkt in hun sound. Ik hoor ook sixties Byrds, maar vooral Buffalo Springfield, C.S.N.&Y., Crazy Horse, Neil Young dus in zijn verschillende stadia. Bart Boonen op pedal steel mag permanent lid worden, ook zijn straight gitaarwerk mag er zijn. De Club is goed bezig. De Country is er, de Feedback mag nog wat opgeschroefd worden. Met andere woorden, het mag nog ietwat ruiger. Somewhat edgier. Het publiek was mee, ’t is dus O.K.

BEN PRESTAGE (US)
my space
video

 

 

 

Another busking country blues singer. Een Seasick Steve zonder image-coach. En vooral, deze Ben kan met een gitaar overweg. Hij beheerst haast inspanningsloos verschillende stijlen. Behalve de Delta stijl, zelfs de moeilijkere à la Robert Johnson, speelt hij ragtime, Piedmont picking en Hokum. Maar ook de hedendaagse electrische blues is hem niet vreemd. Daar gebruikt hij een telecaster voor. Verder heeft hij een aftandse akoestische, maar met een pracht van een klank, een duo cigarbox guitars waarop hij zijn slidewerk ten beste geeft.

Prestage staat er van te kijken hoe hij hier wordt opgevangen. Het lijkt of iedereen zijn muziek kent. Dat had hij geenszins verwacht aan deze kant van de Atlantische. Zijn one man’s band slaat aan. Behalve zijn gitaren bespeelt Ben simultaan een drum met de voeten, bestaande uit een bassdrum, een snaredrum in een bierbak en eveneens bediend met een pedal, een dubbele zelfs, en een hi-hatt. En als het even kan, speelt hij ook ook nog mondharmonica in een neckrack, tegelijk met zijn gitaar, zang en drummen. Ben Prestage heeft ons overdonderd en wij hem met onze interesse voor zijn werk. Hij blijft de ganse avond en nacht tussen het publiek vertoeven.

Ben Prestage is voor de eerste keer in België, en daarbij is zijn eerste stop hier bij ons. Nog een primeur op de kerfstok van (ge)Varenwinkel.

ERIC LINDELL (US)
website
music samples
video

CD review

 

 

 

Eric Lindell is een van die virtuoze bluesgitaristen van de nieuwe lichting waartoe ik ook Kenny Wayne Sheppard, Mark Selby, Jonny Lang en in zekere mate ook de Britten Ainsley Lister, Ian Parker en Matt Schofield reken. Eén voor één meer dan degelijke gitaristen, zangers en songwriters. Eric Lindell heeft nog een bijkomende troef in de vorm van zijn soulstem. Niet zelden herinnert hij mij aan de jonge Van Morrison door zijn manier van zingen, intoneren en fraseren. Lindell doet één of twee covers, “Here Come the Blues Again” van Delbert McClinton, een ander groot voorbeeld voor hem en nog iets, dat me door het hoofd is geschoten. Niet opgeschreven, beter gezegd. De rest van de nummers die hij zingt zijn alle eigen werk, en nog straf spul ook. “Give It Time” is zo’n nummer om U tegen te zeggen.

En toch slaagt Eric er niet in hier vanavond contact te leggen met het grote publiek. Iedereen is in de 8dome en luistert naar ’s man’s muziek, bijna eerbiedig zelfs, maar het komt niet tot een spontane ontlading. Nochtans staan Lindell, de bassist en de drummer helemaal vooraan op het podium, naast elkaar. Nog meer naar voren en ze vallen eraf. Maar die enorme zonnebril is de boosdoener. Mensen willen ogen zien, zelfs al zijn ze te veraf om ze ook werkelijk te kunnen zien. En misschien had een blazertje hier en daar nog wat extra contour kunnen toevoegen.

Maar het is en blijft een mooie, afgewerkte set die hij ons brengt, vol zuiderse swampy soul en het applaus is navenant. En weet je wat ? Dit is de eerste gig ooit die Eric Lindell op Belgische bodem heeft gepleegd. Weer een primeur voor (ge)Varenwinkel. De derde reeds, als ik nog kan tellen.

ALVIN YOUNGBLOOD HART'S MUSCKE THEORY (US)
website
video


 

 

Er was heel even paniek geweest in de organisatorische gelederen. Tijdens de set van Lindell was Alvin Hart nog niet komen opdagen. Ze konden hem ook niet te pakken krijgen op zijn mobieltje. Het laatste wat van hem gehoord werd, was dat hij en de band de avond voordien vertrokken waren vanuit Manchester, UK in een kleine van. En dan tijdens de tweede set van Ben Prestage komt er een teken van leven. Ze zijn ter hoogte van Mol, maar of er al een dokter kan gebeld worden. Youngblood heeft veertig graden koorts, niet niets. Mechican flew ? Met een paar paardemiddel spuiten in de kont kan de show met een half uurtje vertraging toch starten.

Doctorandis Blues, de aankondiger van de 8dome, die het publiek op de hoogte heeft gehouden van de feiten met een grap en een grol, smijt het podium open voor Alvin Youngblood Hart en zijn Muscle Theory, een drummer en een bassist sterk. Zo recht uit Guns ‘n’ Roses gestapt, lijkt het wel. Hij begint keihard met “Motivational Speaker”, gewapend met een begerenswaardige Gibson Firebird. Rock up front. Het tweede nummer is pure reggae en het derde noemt “Lawd I'm Just A Country Boy In This Great Big Freaky City”, Zappaiaanse country. Dan terug rock met “Big Mama’s Door”. Nu zou ik precies hetzelfde gedaan hebben, met zo’n lul in het publiek die tussen elk nummer scandeerde van ‘Dit is geen blues, man. Ik wil blues muziek, man. Speel blues…’ Als er nu één man is die blues uitwasemt wat hij ook speelt, is het Alvin Youngblood wel. Uieindelijk komt hij toch opzetten met twee pure bluesnummers, een bewerking op slide guitar van Bob Dylan’s “In My Time Of Dying” en Skip James’ “How Long Before I Change My Clothes”.

Ondertussen is Alvin drijfnat van de koorts. Het zweet druppelt van zijn knokkels op zijn gitaar. Hij is een uur aan het spelen en verdwijnt even van het toneel om effe te bekomen. Maar hij mag niet meer terugkomen van de dokter. Een korte maar een kletterende patente set. Toch bedankt Alvin.

THE PEDRO DELGADOS (NL)
my space
video

CD review

video

 

 

 

De Nederlandse Pedro Delgados zijn acht man sterk. Het instrumentarium varieert van gitaar, accordion, stand-up bass, mandolin, banjo, percussies tot washboard met toeters en bellen. Ze kunnen alle acht zingen en wisselen mekaar af achter de lead micro. Gezien de samenstelling van de band, zou ik ze nog het liefst typeren als een skiffle groep, zoals Lonnie Donegan’s groep in de zeer vroege jaren zestig.

Het is nu hun beurt om het spel aan de waggel te houden in de kleinere tent, terwijl het podium van de 8dome herschikt wordt. En ze slagen daar voortreffelijk in. De muziek leent er zich voortreffelijk toe. Songs als “Mary”, “Fuck the Country”, “Do It Like That” en “Tremendous Rambling” spreken tot de verbeelding en klinken daarbij ook nog zeer herkenbaar. Ambiance in de Rootstown tent. Twee sets lang, nu en dan straks ook nog eens.

Morgen de finale met twee schitterende bands.

NATHAN & THE ZYDECO CHA-CHAS (US)
website
video

 

 

 

Dokter Blues, die met z’n karreekes-pak en hoornen bril hoe langer hoe meer op Marcel Vanthilt gaat gelijken, komt ons op de hoogte stellen van een programmawissel op de valreep. Aangezien Earl Thomas en de zijnen nog van Venlo moeten komen, waar ze in de vooravond optraden, zullen de top of the billers nu aantreden.

Deze te gekke, geflipte bende komt uit zuid-west Louisiana. Een regio waar de afro-amerikanen  en de creolen aan hun lot overgelaten worden. Maar ze trekken hun plan, wees gerust. De Zydeco Cha-Chas zijn allemaal op één of andere manier, familie van elkaar en aangezien ze daar de jobs zelf moeten uitvinden, zijn ze muzikant geworden. Gitarist Dennis Paul Williams is de broer van zanger/accordionist Nathan. Neef Mark Williams is de geflipte rubboard speler,die het podium op en neer en af en aan hotst en botst. En ik hoef niet te zeggen van wie keyboardist Nathan jr. Williams de zoon is. Ook alle anderen zijn in een of andere graad verwant.

Zelfs wie niet zo verlekkerd is op Zydeco en Cajun komt met Nathan & The Zydeco Cha-Chas aan zijn trekken. Want hoewel ze het typische instrumentarium van de desbetreffende muziek gebruiken, accordion, zowel de chromatische als de diatonische, en rubboard (ofte wasbord), slaan ze meer dan eens de zijpaden in van de grote blues snelweg. “Your Love Lasts As Long As Your Money” is zo’n puur bluesnummer, met z’n cynische tekst eigen aan het genre. “Think About the Good Times” had van Fats Domino kunnen zijn en “Fa Fa Fa Fa Fa” is van Otis Redding. Spencer Davis’ “Keep on Running” spelen ze met een reggae-feel. Echte Chicago blues met “Slow Horses and Fast Women” en rock ‘n’ roll met “Ain’t Gonna Cry No More”.

Natuurlijk leveren ze ook de nodige ‘zydeco sont trop salé’ af, met titels die uitsluiten dat je kan zeggen dat je niet gewaarschuwd was : “My Zydeco”, “Mardi Gras Zydeco”, “Zydeco Cha-Cha”, “Zydeco Train” en “El Sid O’s Zydeco Boogaloo”. Duidelijker kan je niet zijn. Nathan beheerst zelfs een aardig mondje Frans in de song “Je m’Appelle Clochard”.
Welk genre ze ook lenen, met de maffe bende van de Williams Cha-Chas is het altijd ‘ambiance cotillion’ geblazen. Vollen bak en alweer ‘first time in Belgium’ en nog een primeur. Ze willen wat graag in België blijven “…good food, good beer, good life, nice people, we love you men. Thank you for having us here. Keep us please, hahahaha…”

EARL THOMAS & PADDY MILNER & THE BIG SOUNDS (US/UK)
website

my space

video

website PADDY MILNER

 

 

We zullen het geweten hebben na het optreden van deze Earl Thomas. Rasechte performers laten geen enkel ogenblik blijken dat ze er al show hebben opzitten als ze na een rit van tweehonderd kilometer uit de wagen stappen, recht het volgende podium op en direct met de deur in huis…ladies and gentlemen, the fantasmagoric Earl Thomas. The Big Sounds zijn hun naam waardig. Ze zijn bijna een big band, met genoeg blazers (drie) om de ‘eternal flame’ in de pijp te houden. Paddy Milner is behalve toetsenist ook de leider van de band, die bestaat uit een keur van muzikanten die weten waarom ze gekomen zijn. Eén bijna onzichtbaar opgehaalde wenkbrauw is een teken om een gitaarsolo in te zetten, in te korten, te verlengen of te stoppen. Een gebaar dat samen met het muzikale gebeuren van het moment een betekenis krijgt en een signaal wordt, maar dat door iemand die niet mee is, totaal verkeerd kan worden begrepen. Twee gitaristen, een toetsenist, een bassist, een drummer, een trompettist, een trombonist en een saxofonist, een droom van een backing band. Paddy Milner & the Big Sound is een Britse band, die ook zonder Earl mooie dingen doet en van alle markten thuis is.

Earl Thomas begon in het begin der jaren negentig als blues en gospelzanger opgeld te maken. In ’91 scoorde Etta James een hit met zijn “I Sing the Blues”. Hij maakt zich een blending van muziekstijlen eigen, die hij zelf Blurosofunk noemt. What’s in a name ? Eén ding is zeker, hij kan zingen, heeft een echte soulstem en levert prachtige albums af. Maar live komt daar nog eens een ongeziene dimensie bij, en dan vooral de combinatie met Paddy Milner’s outfit geeft vonken en door de electrolysische chemie gaan je haren overeind. Of met andere woorden, kiekebisch. Zijn eigen songs zijn uiteraard op zijn maat gesneden en zijn zondermeer alle kanshebbers voor een top tien plaats, tenminste als er nog zo iets zou bestaan als een echte rhythm & blues chart. “See It My Way”, “Right To Your Soul”, You Got Me” en “Deconstruct the Devil” zijn daar mooie voorbeelden van. Maar hij maakt ook mooie herwerkingen van andermans hitwerk, zoals Ike Turner’s “Working Together” of “Brown Sugar” van The Rolling Stones, haast onherkenbaar en bevreemdend, en “Bang a Gong” van T-Rex dat in zijn handen een soul hymne wordt.

Earl Thomas staat niet zomaar wat al zingende op het podium rond te daggeren, integendeel kan men gewagen van een uitgemeten choreografie. Hij beweegt als een balletdanser, elke vezel van zijn spieren gespannen en onder controle. Een acrobaat. Op zeker moment laat hij zich gaan en slaat een flesje Palm achterover om het te ledigen in zijn keelgat. Dat duurde naar onze normen net iets te lang om van een prestatie te kunnen gewagen. Vooral toen bleek dat er maar een klein slokje uit het flesje was, als hij het tegen het licht hield. Waarschijnlijk zijn bodysculpture en bier-bij-liters drinken twee disciplines die niet kunnen verenigd worden.
Een adembenemend ijzersterke set deze symbiose van de Amerikaanse soulzanger met de Britse rhythm & blues big band. Een mooier eind kan je je niet voorstellen.

Earl Thomas is ook voor de eerste maal in België. Dat maakt vijf op een rij. Primeurs voor (ge)Varenwinkel bedoel ik daarmee. Een zééééééééééééér geslaagde uitgave deze twaalfde. Bruno en de ganse staf van de Fluffy chicken, jongens… de lat ligt onwaarschijnlijk hoog. Als ze volgend jaar nog even hoog ligt, zijn we al meer dan tevreden. Ze moet niet per sé nog een cran hoger. ’t Is zo al straf genoeg.
Een festival dat zoveel nooit in België geziene of zelfs onbekende acts durft te programmeren, verdient meer dan één pluim. Proficiat. Driewerf zelfs.

WitteMVS                            

OOK OP DAG 2

The Devil and his temptations

't Kieke en zijn 'copinne'

(Ge)Varenwinkel Shuttle service en onafscheidelijke vrienden...

de 'green corner' en weinstube

cheers....

and...